Huidige situatie
De dag voor ontslag bespreken de patiënt en de apothekersassistent samen de voorgeschreven ontslagmedicatie. De bijbehorende recepten worden naar de poliklinische apotheek gestuurd. De afspraak is dat de poliklinische apotheek de volgende dag de medicatie aan bed van de patiënt levert. Tussen het moment van het ontslaggesprek en het afleveren van de medicatie komt de arts nog bij de patiënt. Het bloed van de patiënt is opnieuw onderzocht en op basis daarvan wordt gekozen voor een ander type antibioticum dan eerder was voorgeschreven. De arts schrijft een nieuw recept voor en legt deze in het bakje voor de apothekersassistent. In het rood geeft hij aan dat het eerder voorgeschreven antibioticum veranderd moet worden naar het nieuwe recept.
Zowel de apothekersassistent als de poliklinische apotheek zijn niet op de hoogte van de wijziging. Conform procedure zou de arts de apothekersassistent telefonisch op de hoogte moeten stellen van de wijziging. Op de dag van ontslag komt de verpleegkundige toevallig bij de patiënt langs. Op dat moment vertelt de patiënt dat er ‘iets’ is veranderd in de mediatie. De verpleegkundige kan daardoor nog net voorkomen dat de apothekersassistente de verkeerde medicatie aflevert bij de patiënt.
Situatie met de informatiestandaard Medicatieproces
Met de nieuwe informatiestandaard worden digitaal een Medicatieafspraak en een Verstrekkingsverzoek naar de poliklinische apotheek verstuurd. De arts die de antibiotica aanpast, stopt de Medicatieafspraak die voor het eerdere antibiotica is aangemaakt en maakt een nieuwe Medicatieafspraak en een Verstrekkingsverzoek voor het andere type antibiotica. Deze stop-Medicatieafspraak en de nieuwe Medicatieafspraak en Verstrekkingsverzoek worden naar de poliklinische apotheek gestuurd.