Gepubliceerd: September 2022
Sylvia Haverkamp en Menno Riemeyer zijn huisarts. Zij zijn betrokken bij het programma Medicatieoverdracht en maken werkafspraken met andere zorgverleners in een kernteam over uitwisseling van medicatiegegevens in de keten. Zo dragen zij bij aan een volledig en overzichtelijk medicatiedossier. “De patiëntveiligheid wordt vergroot doordat je meer inzicht hebt”.
Waar lopen huisartsen nu tegenaan?
Sylvia Haverkamp was 25 jaar praktijkhoudend huisarts en werkt nu als Chief Medical Information Officer (CMIO) bij huisartsencoöperatie Medicamus in regio Noordwest-Veluwe. Daar is zij betrokken bij verschillende ICT-projecten. Sylvia: “Je mist veel informatie als huisarts. Bijvoorbeeld als een specialist medicatie wijzigt of stopt. Dat krijg je niet automatisch door. Veelal krijg je wel een huisartsenbrief van de specialist maar die moet je handmatig verwerken in je eigen Huisartsen Informatie Systeem (HIS). Door drukte in de huisartsenpraktijk is het niet altijd mogelijk om dit tijdig te doen en soms laat de brief ook even op zich wachten. Dit kan voor problemen zorgen vooral als zich acute situaties voordoen. Veel gebeurt handmatig. Doorgeven van medicatie aan de thuiszorg bijvoorbeeld.”
Ook Menno Riemeyer ervaarde dit toen hij praktijkhoudend huisarts was. “Huisartsen werken nog met een berichtenstructuur uit de jaren ’80 die sterk verouderd is. Het systeem is beperkt in mogelijkheden; stopmedicatie en labwaarden zijn niet te zien, terwijl dit wel belangrijke informatie is. Iedere huisarts ‘lost’ problemen met de beperkingen van het systeem op zijn eigen manier op. Maar dat is heel foutgevoelig. De nieuwe manier van werken biedt niet alleen overzicht, het geeft ook automatisch aan wanneer een behandelaar actief iets moet doen.”
Kan goede medicatieoverdracht huisartsen veel tijd gaan schelen?
“In het begin bij de implementatie niet”, zegt Sylvia. “Maar op den duur wel omdat je niet meer handmatig medicatie-informatie hoeft op te halen of door te geven aan andere behandelaren. Je kunt ook meer je eigen tijd indelen. Al die telefoontjes en e-mails van apothekers zijn belangrijk maar verstoren ook. Maar nog belangrijker dan tijd is het argument dat het veiliger is voor de patiënt, vanwege minder kans op fouten.”
Menno: “De kwaliteit verbetert enorm doordat medicatieoverdracht nu goed geregeld wordt voor de gehele keten. Maar het overgangsproces is ingewikkeld. Systemen van de ene zorgsector gaan op een eerder moment over dan systemen van de andere zorgsectoren. Daar moeten we transparant over zijn. Het vergt ook veel scholing van huisartsen, praktijkondersteuners huisartsenzorg (poh’s) en doktersassistenten. Probeer door de eerste beslommeringen heen te kijken naar het perspectief. Medicatieveiligheid is een kerntaak van de huisarts. Dus investeren!”
Wat kunnen huisartsen nu al doen om de medicatieveiligheid te vergroten?
Menno: “Ze kunnen alvast gaan werken vanuit de nieuwe gedachte van een Medicatieafspraak en van een Verstrekkingsverzoek. Dat houdt in dat het huidige recept bestaat uit deze beide nieuwe, meer losse onderdelen. Her en der in het land wordt al gebruik gemaakt van een dergelijke insteek door met jaarrecepten te werken voor chronische medicatie. De huisarts maakt een jaarrecept en de apotheker kan binnen dat jaarrecept afleveren, totdat een van beiden een verandering signaleert bij de patiënt. Op zo’n moment moet de afspraak gewijzigd worden.”
Sylvia: “Ja, straks maak je ook een medicatieafspraak met je patiënt die een lange looptijd kan hebben. Hierdoor hoef je ook minder vaak lijstjes af te tekenen. Huisartsen kunnen daarnaast wat kritischer kijken naar verouderde of onjuiste informatie in de systemen waardoor onnodige contra-indicaties ontstaan. Bijvoorbeeld zwangerschappen die al tien jaar lopen en de medicatiebewaking op het verkeerde been zetten”.