Een actueel medicatieoverzicht voor de brede zorgketen. Met dat doel werkt het programma Medicatieoverdracht aan het verbeteren van de elektronische uitwisseling van medicatiegegevens. Tijdens de Kickstart, die van start ging in oktober 2022, toetst een aantal softwareleveranciers en zorgaanbieders in de regio’s Friesland en Rijnmond, de nieuwe manier van elektronische gegevensuitwisseling. Zo wordt de implementatie voor de hele zorg voorbereid. Daarnaast moeten onderdelen die niet in de Kickstart zitten aanvullend beproefd worden, om zeker te weten dat ook deze veilig en goed werken. Dat geldt onder andere voor de werkwijze van de HAP. Naar verwachting start deze aanvullende beproeving in juli 2025, de voorbereidingen zijn al in volle gang.
Waarom apart beproefd?
Waarom moet de HAP eigenlijk apart beproefd worden, wat maakt deze anders dan de huisartsenpraktijk? Om te beginnen is de huisartsenpraktijk natuurlijk overdag geopend en de HAP in de avonden, nachten, weekenden en tijdens feestdagen. Huisartsen op de HAP doen per definitie spoedzaken en schrijven vooral kortdurende medicatie voor. Bovendien heeft de HAP, anders dan de praktijk, een tijdelijke functie in de keten. Dat wil zeggen dat de arts op de HAP formeel optreedt als waarnemer van de vaste huisarts van de patiënt, de brondossierhouder. Als een arts op de HAP medicijnen voorschrijft, dan koppelt deze dat altijd terug naar de vaste huisarts die de verantwoordelijkheid voor deze medicatieafspraak overneemt.
Grootste verandering
Met de nieuwe manier van werken die het programma Medicatieoverdracht implementeert, gaan dingen veranderen. Een verandering is dat de medicatieafspraak op naam komt te staan van de arts die voorschrijft op de HAP. Het huisartsenpostinformatiesysteem gaat die gegevens beschikbaar stellen, zodat andere zorgverleners ze kunnen zien. Zo ontstaat op elk moment een compleet medicatieoverzicht in de keten voor alle zorgverleners. Echter: de HAP is geen brondossierhouder, dat is immers de vaste huisarts, die ook deze gegevens deelt met de patiënt. Er kan altijd maar één brondossierhouder zijn. Daarom is het belangrijk om met een aanvullende beproeving goed te testen of en hoe dit werkt. Weten andere zorgaanbieders in de keten bijvoorbeeld straks nog waar ze hun vragen kunnen stellen?
Tijdens de Kickstart
Een belangrijke reden om al tijdens de Kickstart met de aanvullende beproeving HAP te starten, is dat zonder de HAP maar een deel van de gegevensuitwisseling in de huisartsenzorg getest kan worden. Ook draagt het bij aan een volumevergroting in de Kickstart, want op de HAP worden veel medicijnen voorgeschreven. Last but not least: veel huisartsen werken niet alleen in een praktijk, maar ook als waarnemer op de HAP. De aanvullende beproeving HAP is een goede manier om binnen de hele huisartsensector eenheid van taal te bereiken.