Trombosezorg
Trombosezorg en medicatieoverdracht
Trombosediensten bedienen ongeveer 300.000 patiënten per jaar. De doseringen van middelen die bloedstolling bevorderen of tegengaan luisteren heel nauw. Daarbij komt dat andere medicijnen de werking van deze middelen gemakkelijk kunnen beïnvloeden. Daarom zijn zicht op dat geneesmiddelgebruik en zowel de start als het stoppen ervan, belangrijk. Elektronische gegevensoverdracht is daarbij van levensbelang.
De trombosediensten in Nederland
Vanuit de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) werkt een projectgroep samen met het programmabureau Samen voor medicatieoverdracht. Deze projectgroep informeert en faciliteert de FNT-leden bij de implementatie binnen de eigen instelling van de herziene richtlijn overdracht van medicatiegegevens in de keten. Dit geldt voor ruim veertig trombosediensten. Daaronder vallen zelfstandige diensten en trombosediensten als onderdeel van een ziekenhuis of een eerstelijns diagnostisch centrum.
Rol FNT Projectgroep Medicatieoverdracht
De FNT Projectgroep Medicatieoverdracht onderhoudt contacten met de projectleiders van andere zorgsectoren en met de leveranciers van de trombosedienst informatiesystemen. Daarnaast neemt de projectgroep deel aan de kernteams. Kernteams vormen het hart van het programma medicatieoverdracht: daar komen de patiënt, zorgverleners en leveranciers bij elkaar en worden samen de afspraken uit de richtlijn nader uitgewerkt voor implementatie in de praktijk. De projectgroep is vraagbaak voor de leden en legt verantwoording af aan het FNT-bestuur en de Ledenvergadering.
Nieuws
Bekijk allesLevensgevaar door gebrek aan overdracht medicatiegegevens
Therapietrouw
Mevrouw J. belt de trombosedienst: “Wanneer komt de trombosedienst weer prikken?”
Mevrouw is al jaren patiënt bij de trombosedienst voor controle van acenocoumarol-gebruik vanwege haar hartritmestoornis. Een week vóórdat zij belt is mevrouw J. na een korte opname ontslagen uit het ziekenhuis. Na thuiskomst heeft zij het acenocoumarol doseerschema van de trombosedienst weer opgepakt. Ze heeft geen andere instructies gekregen.
Levensgevaarlijke combinatie
De trombosedienstmedewerker is verbaasd over het ontslag uit het ziekenhuis: dat is bij de trombosedienst nog niet bekend. Omdat dit vaker gebeurt gaat de trombosedienstmedewerker aan de slag, in afwachting van informatie uit het ziekenhuis. Zo neemt zij samen met mevrouw J. de medicatie door (vooruitlopend op de ontvangst van het actueel medicatieoverzicht). Dan valt op dat mevrouw niet alleen acenocoumarol gebruikt maar ook apixaban. Dat is een NOAC, een nieuwe generatie antistollingsmiddel. Apixaban is tijdens de ziekenhuisopname voorgeschreven in plaats van acenocoumarol.
Onbekende wijziging
Mevrouw is zich niet bewust van deze wijziging. Zij gebruikt daardoor zowel acenocoumarol als apixaban. Gelukkig heeft zich geen complicatie zoals een ernstige bloeding voorgedaan. De trombosedienst heeft onmiddellijk bevestiging van de medicatiewijziging opgevraagd en de acenocoumarolbehandeling stopgezet.
Regie op medicatieveiligheid
Behandelaars namen geen regie op de medicatieveiligheid voor deze patiënt. Een stopbericht van acenocoumarol richting trombosedienst en volledige informatie aan de patiënt ontbraken. Met de juiste overdracht van actuele medicatiegegevens kunnen we dit soort ernstige medicatiefouten voorkomen.
"Overdracht medicatiegegevens is van levensbelang"
Federatie van Nederlandse Trombosediensten
Ada de Bruijn
Lid FNT Projectgroep Medicatieoverdracht
Stuur een e-mail
Meer informatie
Notities en richtlijnen
Kwaliteitsstandaard Medicatieoverdracht opgenomen in Register Zorginstituut
Artikel Tijdschrift voor Trombose en Antistolling | Medicatieoverdracht: de weg naar medicatieveiligheid
IN DE PRAKTIJK
Hoe digitale uitwisseling van medicatiegegevens kan bijdragen aan veilige en efficiënte zorg.
Aanmelden nieuwsbrief
Vragen of meer weten?
Contact
Het programmabureau is bereikbaar op werkdagen van 8.30 - 17.00 uur via 070 - 317 34 70.
Of maak gebruik van het contactformulier op deze pagina.
Contactformulier